Betere regulering van de huishoudhulp

 

De Nederlandse regering doet sinds enkele jaren moeite om de huishoudhulp in betere banen te leiden. Sinds jaar en dag is dat immers een deel van de economie dat voor grote delen ‘in het zwart’, of buiten de officiële kanalen, gebeurt. Daar wil de regering een mouw aan passen.

 

Legaal werk is echter duurder voor de eindgebruiker natuurlijk, omdat er dan allerlei belastingen en sociale lasten betaald moeten worden. Om dat te overbruggen, voerde de regering de regeling dienstverlening aan huis in. Onder die regeling gelden speciale arbeidsvoorwaarden voor werkgevers en werknemers in de huishoudhulp. Dat houdt echter ook in dat beide minder goed beschermd zijn.

 

Vooral de werknemer trekt aan een kort strootje: zo wordt ziekteverlof bijvoorbeeld veel minder lang uitbetaald dan voor andere werknemers. De regeling is daardoor feitelijk in strijd met een verdrag van de International Labor Organization. Dat verdrag is niet bindend, maar het spreekt niet echt voor de Nederlandse regering als ze het verdrag negeren.

 

Een oplossing vinden is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. De speciale regeling geheel afschaffen, zodat werknemers in de huishoudelijke sector al dezelfde rechten krijgen als in andere sectoren, is zo duur, dat de meesten dan waarschijnlijk weer in het zwarte circuit terechtkomen. Dat is natuurlijk alleen maar een stap achteruit. Om dat tegen te gaan, zou bijvoorbeeld met subsidies gewerkt kunnen worden, maar het kostenplaatje ligt erg hoog. Op de privémarkt kan met dienstencheques gewerkt worden, zoals in België, maar ook dat is verre van goedkoop.

 

De ideale regeling bestaat helaas niet, maar ook de tussenoplossing is nog volop in de maak. In ieder geval is het in 2018 toch dringend tijd dat de huishoudeconomie zich mee aan de 21ste eeuw aanpast.